De overnamescan?

Met deze Overnamescan is het de bedoeling om een denkkader te creëren waarop u moet letten bij het verkoopklaar maken van uw onderneming. Het verkopen van uw bedrijf is immers een niet alledaagse gebeurtenis waarbij toch het een en ander komt kijken. Om U - ondanks de bijzondere complexe materie - toch wat 'inzichten' te geven willen wij u via onze overnamescan helpen door enkele relevante onderwerpen naar voor te schuiven, waarmee u aan de slag kan om uw onderneming klaar te stomen voor een eventuele verkoop (of opvolging).

De Overnamescan wordt u aangeboden in samenwerking met Groep Claesen.

Claesen.be

Is uw onderneming klaar voor overname of opvolging? Doe hier de test in 7 stappen.

Om de Overnamescan te kunnen invullen, moet u inloggen met de GEBRUIKERSNAAM (overnamemarkt2014) en het WACHTWOORD (overnamemarkt) dat u kreeg van de organisatie.

Gebruiker: *
Wachtwoord: *

EBITDA

Afkorting van de Engelse financiële term “Earnings Before Interest, Taxes, Depreciation and Amortization” In het Nederlands te vertalen als de inkomsten vóór intresten, belastingen, waardeverminderingen en afschrijvingen. Dit is een financiële term die gebruikt wordt voor bedrijfskasstroom (de bedrijfswinst) die een bedrijf uit haar operationele activiteiten (normale activiteiten) haalt.

balanced scorecard

De balanced scorecard (BSC) is een veelgebruikte techniek voor strategisch management en het behalen van langetermijndoelstellingen binnen organisaties. Het wordt met name gebruikt als evaluatiehulpmiddel voor managers die complexe doelstellingen hebben. Het idee achter de balanced scorecard is dat een manager niet alleen is af te rekenen op financiële resultaten, maar dat ook andere prestaties worden meegenomen in de jaarlijkse beoordeling. De term balanced komt van het feit dat verschillende factoren ook verschillend worden gewogen.


In 1987 werd de balanced scorecard voor het eerst gebruikt bij Analog Devices. In 1993 werd in het artikel "The balanced scorecard--measures that drive performance." door Robert S. Kaplan en David P. Norton de balanced scorecard onder de aandacht gebracht van het grote publiek. Gedreven door het besef dat er meer is dan enkel geld verdienen, werd dit idee snel opgepikt door het bedrijfsleven en is vandaag gemeengoed in de beoordelingsprocessen van veel bedrijven. In 2005 schreven Kaplan en Norton een nieuwe versie van hetzelfde artikel, alleen dan met ruim tien jaar ervaring met de balanced scorecard.
 

Basel II

Een internationaal akkoord tussen banken, dat het solvabiliteitstoezicht op internationaal opererende banken regelt en moet voorkomen dat ze in financiële problemen raken. De regels van Basel 3 schrijven voor dat banken aan moeten kunnen tonen dat zij voldoende kapitaal hebben om de risico’s die zij lopen af te dekken. Het gaat hierbij om kapitaalreserves voor krediet- markt- en operationele risico's. De reserves zijn een buffer van eigen vermogen voor de dekking van onverwachte verliezen. Banken zullen bedrijven gaan beoordelen op basis van de regels van Basel 2. Men zal met behulp van een intern ratingsysteem kunnen nagaan of de kredietnemer in staat zal zijn om het krediet in de toekomst terug te betalen. Een rating is een beoordeling van de kredietwaardigheid van een debiteur of, anders gezegd, van de kans dat de debiteur zijn of haar schuld terug zal betalen. Om de rating op te stellen heeft men kwantitatieve (kasstromen, ratio analyse, vermogensstructuur,...) en kwalitatieve (managementkwaliteit, marksituatie, rechtsvorm,...) informatie nodig. Hoe hoger de rating hoe lager de rente die over het krediet betaald dient te worden.

Bedrijfskapitaal

De behoefte aan bedrijfskapitaal vloeit voort uit de exploitatiecyclus van de vennootschap. Vooraleer een onderneming het geld kan innen van haar verkopen, moet ze immers een groot aantal zaken “voorfinancieren”: -De aankoop en het in voorraad houden van gronden hulpstoffen; -Het productieproces (loonlasten, energieverbruik, onderhoud machinepark, …); -Het aanhouden van een voorraad handelsgoederen en eindfabricaten; -Het verkoopproces (marketingkosten, transportkosten, …). Pas na betaling van de verkoopfacturen is de bankrekening opnieuw gespijsd.

Benchmarking

Benchmarking is systematisch onderzoek naar de prestaties en de onderliggende processen en methoden van een of meer leidende referentie-organisaties op een bepaald gebied, en de vergelijking van de eigen prestaties en werkmethoden met deze "best practice", met het doel om de eigen prestaties te plaatsen en te verbeteren.


In de kern gaat het bij benchmarking om drie stappen:
1. Het vergelijken van de eigen processen en prestaties met die van de andere deelnemers;
2. Het analyseren van de verschillen tussen de diverse processen en prestaties door te proberen te begrijpen waarom deze worden toegepast;
3. Het verbeteren daarvan aan de hand van de informatie verworven tijdens het proces
 

Businessplan

Plan over de toekomstige activiteit van de onderneming. Wordt opgesteld door de oprichters van een onderneming en geeft de commerciële en financiële verantwoording.
Zulk plan kan ook opgesteld worden telkens men een prognose voor de volgende jaren doet.

Cash Flow

Een term in de bedrijfseconomie waarmee het geld dat een onderneming in en uit gaat bedoeld wordt.

Code Buysse - Behoorlijk bestuur

Maatschappelijk verantwoord ondernemen, controle en risicobeheer. Dat zijn de nieuwste elementen in de vernieuwde Code Deugdelijk Bestuur, de zogenaamde Code Buysse 2, een leidraad voor niet-beursgenoteerde ondernemingen.

Corporate governance wordt vaak bestempeld als een modewoord. Het valt inderdaad niet te ontkennen dat dit begrip in de pers en de vakliteratuur te pas én te onpas wordt gebruikt zonder aandacht voor een duidelijke omschrijving van het thema waar het in essentie allemaal om gaat. Het is dan ook niet eenvoudig om een goede vertaling, laat staan een duidelijke definitie te geven.

De meest voor de hand liggende vertaling is 'deugdelijk ondernemingsbestuur'. Ook het begrip 'behoorlijk bestuur' wordt vaak geciteerd. In de ontwerpcode heeft de Commissie niettemin geopteerd voor de Engelse term 'corporate governance' in plaats van de Nederlandse, omdat zowel internationaal als in België de Engelse term het meest ingang heeft gevonden.

Een deugdeliijk ondernemingsbestuur is erop gericht de machtsverhoudingen binnen een onderneming zo te organiseren dat aan elke belanghebbende een optimaal rendement wordt geboden, zonder daarbij andere belanghebbenden van de onderneming te benadelen. Responsabilisering, objectivering van de besluitvorming en meer transparantie zijn hierbij de sleutelwoorden. Hoewel corporate governance-aanbevelingen zich doorgaans in hoofdzaak toespitsen op de werking van vennootschappen, heeft de Commissie geopteerd voor een ruime invulling, die verder gaat dan de vennootschapsrechtelijke organisatie van een onderneming.

De Code richt zich tot alle Belgische niet-beursgenoteerde ondernemingen. Het betreft alle vennootschappen die niet vallen onder de definitie van ‘genoteerde vennootschappen’ luidens het Wetboek van Vennootschappen.

Het corporate governance debat vindt zijn oorsprong in de noodzaak tot bescherming van de beleggers. Vanuit deze ratio lijken de corporate governance-beginselen op het eerste gezicht geen relevantie te hebben voor niet-beursgenoteerde ondernemingen. In de mate corporate governance ertoe strekt de bestuursstructuur en de besluitvormingsprocessen in een onderneming efficiënter te organiseren, doorzichtiger te maken en te objectiveren, kunnen echter ook niet-beursgenoteerde ondernemingen hier baat bij hebben omdat een efficiënte bestuursstructuur:

  • de onderneming een professioneel imago verschaft naar alle betrokken partijen,
    inzonderheid banken en financiers
  •  een troef is naar de recruteringsmarkt toe
  • een belangrijke rol kan spelen om de continuïteit van de onderneming te verzekeren, inzonderheid in familiebedrijven.
  • bij kan dragen tot een verhoogde rentabiliteit van de onderneming;

De volledige Code Buysse

Goodwill

Bedrag dat betaald wordt bovenop de waarde van een overgenomen onderneming.
In de volksmond dikwijls aangeduid als: “het cliënteel”; “de vloer”.
Het is een waarde die in feite de vergoeding is van de goede naam die de voorganger had en waardoor de overnemer al van een min of meer bestaand cliënteel kan genieten.

Levenscyclus van producten of diensten

De Product life cycle, of Productlevenscyclus, is een begrip uit de marketing en economie dat gebruikt wordt om te onderzoeken welke marketingstrategieën op een bepaald moment het best kunnen worden toegepast op een bepaald product. De Engelse term werd voor het eerste gebruikt door Theodore Levitt.

Elk product dat op de markt wordt gezet doorloopt een viertal verschillende fasen die worden beschreven in de productlevenscyclus. De snelheid waarmee elk product zich door deze cyclus begeeft is afhankelijk van onder meer de marktvraag en de gebruikte marketinginstrumenten. De duur van iedere fase kan variëren van enkele weken tot vele decennia. Afhankelijk van de fase waarin een bepaald product zich bevindt zijn er een aantal combinaties uit deze marketingmix die over het algemeen het beste resultaat hebben.

Het gaat bij de productlevenscyclus overigens niet over het product van een individueel bedrijf maar vooral om de levenscyclus van een bepaald product wat mogelijk door meerdere bedrijven geproduceerd / uitgegeven wordt.

Niet ieder product doorloopt iedere fase; sommige producten komen nooit verder dan de introductiefase terwijl andere producten (bijvoorbeeld brood) zich al eeuwenlang in de fase van volwassenheid bevinden.

De vier fasen van de productlevenscyclus. De grafiek toont de tijd afgezet tegen het aantal verkochte producten.

In de loop der tijd zijn er diverse modellen verschenen die van elkaar afwijken op het gebied van het aantal fasen. Een recent model  beschrijft de vier belangrijkste fasen die in alle modellen terug te vinden zijn.

Introductie

Een product dat succesvol door de productontwikkeling is gekomen zal op de markt dienen te worden gezet. In deze fase worden er relatief weinig exemplaren verkocht en wordt er nog geen winst gemaakt op het te verkopen product. Concurrentie is er in deze fase niet of nauwelijks doordat het een nieuw product betreft.

In deze fase zal de marketing vooral gericht zijn op de bekendmaking van het product bij de consument. Over het algemeen wordt er in deze fase veel geld uitgegeven aan marketing om op die manier het product onder de aandacht te brengen. Naarmate meer consumenten het product kopen, komt het product in de volgende fase terecht.

Groei

In deze fase neemt de verkoop van het product fors toe, alsmede de winst voor het bedrijf dat het product op de markt bracht. Tijdens deze fase zullen concurrenten veelal hun eigen versie van het product op de markt brengen om op die manier ook deel uit te maken van het succes van het product. Het is vooral tijdens deze fase dat de meeste winst wordt behaald (hoge verkoopcijfers en lage productiekosten per eenheid).

Aan het eind van deze fase zijn het vooral de prijsbewuste consumenten die het product nog niet gekocht hebben, deze zullen daardoor sneller verleid worden door concurrenten die het product goedkoper aanbieden dan de oorspronkelijke producent.

Ook in deze fase worden er nog substantiële uitgaven gedaan door de marketingafdeling om maar zoveel mogelijk mogelijke consumenten te bereiken. Als zo goed als alle consumenten in de gekozen markt bereikt zijn, treedt de volgende fase in de cyclus op.

Volwassenheid

Als de meeste consumenten het product hebben aangeschaft zal de concurrentie steeds heftiger worden. Door te stunten met prijzen of andere aanbiedingen zullen de laatste consumenten over de streep worden getrokken of bestaande consumenten worden uitgenodigd een extra (of vervangend) exemplaar aan te schaffen.

Men kan deze fase verlengen, of zelfs gedeeltelijk vertragen, door het product te vernieuwen (extra dienstverlening, nieuwe functies, etc...) of door in nieuwe markten te investeren. De kosten voor marketing stijgen in deze fase aanzienlijk doordat er zowel geadverteerd moet worden voor bestaande consumenten om niet voor de concurrent te kiezen maar ook om nieuwe markten te bereiken met een aangepaste marketingmix.

 Terugval

Uiteindelijk zal men in de vierde en laatste fase van het product aangekomen zijn . Hierin worden vrijwel geen nieuwe aankopen verricht en de meeste concurrenten zullen zich inmiddels hebben teruggetrokken door de steeds minder wordende winsten en toenemende concurrentie. Hoewel deze fase door natuurlijk verloop kan intreden, kan deze ook sneller in gang worden gezet door de introductie van nieuwe producten.

Bedrijven besluiten meestal om hun product ook in deze fase nog aan te bieden om zo trouwe klanten niet voor het hoofd te stoten (en op die manier een negatief imago over zich af te roepen). Uiteindelijk zal het product toch volledig van de markt worden gehaald, ten gunste van andere producten met meer geprefereerde eigenschappen.

Liquiditeit

De liquiditeit geeft aan in welke mate een onderneming haar lopende betalingsverplichtingen kan voldoen.

Liquiditeitsplan

Het liquiditeitsplan kan omschreven worden als maandelijkse budgettering van de liquide middelen die men nodig denkt te hebben ter financiering de investeringen, de voorraad en de niet direct realiseerbare vorderingen om een bepaald vooropgestelde omzet te halen. Anders gezegd: de vennootschap zal over de nodige middelen moeten beschikken om haar doel te verwezenlijken. Vaste activa, voorraden, realiseerbare middelen op korte termijn en contante middelen zullen gefinancierd moeten worden door schulden op lange termijn, door schulden op korte termijn en door eigen middelen (= het werkkapitaal).

Noodplan - OASE

Heeft u een plan klaar wanneer u plots in een onvoorziene toestand terecht komt zoals bijvoorbeeld bij Overlijden, Arbeidsongeschiktheid, Stoppen met werken en Echtscheiding. Uit verschillende enquêtes blijkt dat het overgrote deel van de ondernemers niet beschikt over zulk een noodplan.

One pager

Dit is een overzichtspagina met belangrijke kerninformatie gebundeld op 1 pagina. Zo kunt u een One Pager hebben voor uw cijfers, bedrijfsstrategie, productvoorstelling,…

Ouderdomsanalyses

De ouderdomsanalyse gebruikt u om te kijken hoe lang uw klanten open staan. Het is erg bruikbare informatie omdat u in een oogopslag ziet wie achter loopt met betalen.

Rendabiliteit

Onder rendabiliteit of rentabiliteit verstaat men de verhouding tussen een inkomen (winst) en het vermogen dat dit inkomen heeft verdiend. De rentabiliteit is een belangrijke maatstaf voor beslissingscalculaties op de lange termijn.

Sleutelindicatoren / KPI’s

Key performance indicators (ook wel Kritieke prestatie-indicatoren), afgekort KPI's, zijn variabelen om prestaties van ondernemingen te analyseren. Het is een managementinstrument.


Ondernemingen proberen hun strategie in de praktijk te brengen. Om in de dagelijkse praktijk rekening te houden met de abstractere langetermijndoelen, stellen ze zich doelen voor de korte termijn. Men creëert zo operationele doelstellingen. Aan de hand van deze doelstellingen kan men beoordelen of een onderneming er in slaagt om de geplande strategie waar te maken. Bij de operationele doelstellingen zoekt men de Key Performance Indicators, waarmee het management haar prestaties kan beoordelen.
 

Een KPI voldoet meestal aan het SMART-principe:
• Specifiek
• Meetbaar
• Acceptabel
• Realiseerbaar
• Tijdsgebonden


Voorbeeld:
• Als het strategische doel van een bedrijf is om de snelste groei in haar bedrijfstak te hebben, kan haar voornaamste prestatie-indicator de meting van de jaarlijkse opbrengstgroei zijn.


 

Sleutelmedewerkers

Dit zijn bekwame medewerkers die niet zo gemakkelijk te vervangen zijn in uw onderneming omwille van hun adequate (bedrijfs)kennis of vakmanschap.

Solvabiliteit

Solvabiliteit is de verhouding tussen het eigen vermogen en het vreemd vermogen op de balans. Het toont aan of de onderneming voldoende eigen vermogen heeft om in geval van liquidatie alle verschaffers van vreemd vermogen hun leningen terug te betalen.

SWOT

Strengths, Weakness, Opportunities & Treats. ( Sterkte, zwakte, kansen en bedreigingen ) Door deze zaken in een matrix te brengen tracht men de toekomst van de organisatie of van het product te bepalen. Men kan hierbij tevens vanuit intern of extern standpunt naar de matrix kijken.
Om deze modellen te maken is commercieel inzicht noodzakelijk. Er wordt aangeraden zo concreet mogelijk te zijn in de analyse.

Venture capitalists

Durfkapitaal, ook bekend onder de Engelse term venture capital, is de financiering van ondernemingen die hoge risico's lopen, meestal zijn dit startende ondernemingen.

Durfkapitaal wordt meestal verstrekt door durfkapitalisten of venture capitalists, maar ook door banken. Durfkapitalisten investeren in veelbelovende jonge bedrijven met de hoop dat deze sterk zullen groeien, en daardoor een grotere marktwaarde zullen krijgen.

Bij de financiering van jonge en/of snel groeiende ondernemingen is sprake van een onderneming die nog niet over een gevestigde positie beschikt, maar verwacht die in de komende jaren te kunnen opbouwen of verder uitbouwen. De participatiemaatschappij zal vaak in enige vorm inhoudelijk bij de bedrijfsvoering betrokken zijn, bijvoorbeeld door het hebben van een zetel in de raad van commissarissen, door het geven van adviezen of door het beschikbaar stellen van een relatienetwerk. (Bij de eerstgenoemde vorm zal dit overigens ook kunnen voorkomen.)

Er is er meestal sprake van het nemen van een participatie voor enkele jaren, waarna zij hun aandeel in de onderneming willen verkopen in verband met een zogenaamd "exit event", meestal een beursintroductie of de verkoop van de onderneming aan een groter bedrijf.